Op 22 juni 2018 werd ik door mijn lief van op kantoor in Brussel ontvoerd en op het vliegtuig gezet naar Kopenhagen. Dit memorabel weekend was het begin van onze verloving. Want ik werd ten huwelijk gevraagd in een pedalozwaan in het midden van de Pebblingsø. En ik zei, verrassend genoeg (of ook niet), “ja”!

Tijdens dit weekend proefde ik ook de Christianshavnertærte in een Deens bakkerijtje. En ik was op slag (nog eens) verliefd.
Christianshavn is een wijk in Kopenhagen die op een kunstmatig eiland ligt naast de “oude stad” – oud is hier relatief, want ook Christianshavn bestaat toch ook al van in de 17e eeuw. De wijk is dooraderd met verschillende kanalen die vol liggen met kleurrijke woonboten en staat bekend om haar hippe cafés en koffiebars. Een bezoekje waard dus. Echter, niet meteen op het vliegtuig springen. Doorlezen is de boodschap.

Terug naar het lekkertje dat luistert naar de naam Christianshavnertærte dus. Ik kon niet onmiddellijk een officieel recept vinden dat dicht aanleunde tegen het “originele taartje” dat ik proefde in Kopenhagen. Dus ik moest zelf gaan experimenteren. En ja hoor… Ik kom aardig met deze – glutenvrije – versie aardig in de buurt van wat ik zelf zag en proefde.

“Mijn” Christianshavnertærte is eigenlijk, zoals wel vaker het geval is met Deens gebak, een eenvoudig taartje. In feite komt het hierop neer: een gebakken hazelnootbodem met daarop slagroom van gepureerde aardbeien. Okee, door die gepureerde aardbeien gaat wat gelatine. Maar dat is enkel opdat de topping zeker niet gaat lopen wanneer het taartje niet in de koelkast staat.

Hazelnootbodem
250 g hazelnootbloem
200 g fijne suiker
1 vanillestokje
60 g fondantchocolade
Snuifje zout
100 g eiwitten
Aardbeientopping
2 gelatineblaadjes
70 g aardbeien (diepvries)
20 g fijne suiker
½ vanillestokje
Sap van een halve citroen
130 ml slagroom
Enkele verse aardbeien of frambozen
- Voeg de hazelnootbloem, fijne suiker, vanillepuntjes en het snuifje zout samen in een kom en roer om te mengen.
- Hak de fondantchocolade in fijne stukjes en voeg toe.
- Voeg de eiwitten toe en roer deze ook goed onder de massa.
- Verdeel de massa in een springvorm (idealiter ⌀ 18 cm) waarvan de bodem bekleed is met bakpapier. Druk wat aan met een glas zodat je een strakke, platte bodem krijgt.
- Bak de bodem daarna tot deze goudbruin is in een voorverwarmde oven van 175°C. Dit zal ongeveer 25 minuten duren.
- Laat de bodem volledig afkoelen alvorens je deze uit de vorm haalt.
- Laat de gelatineblaadjes 10 minuten weken in koud water.
- Breng de ontdooide aardbeien, fijne suiker, vanillepuntjes en citroensap samen aan de kook en laat ongeveer 5 minuten doorkoken tot een warme puree.
- Neem de pan van het vuur en roer de uitgeknepen gelatineblaadjes door de warme puree.
- Mix de warme puree en zeef deze om de aardbeienpitjes te verwijderen. Laat de puree even afkoelen (niet volledig).
- Klop de slagroom op tot zachte pieken en vouw voorzichtig de aardbeienpuree onder de opgeklopte slagroom.
- Verdeel de mousse in verschillende siliconen vormpjes en laat deze voor minstens 2 uur opstijven in de diepvriezer. Bij voorkeur gedurende een volledige nacht.
- Plaats de bevroren mousse-bombs op de hazelnootbodem en laat deze ontdooien in de koelkast (ongeveer 1 à 2 uur).
- Werk af met enkele verse aardbeien of frambozen.
Notities
Ik maakte de taart zelf door de aardbeienmousse te laten opstijven in halve siliconen bombs. Maar dat is natuurlijk helemaal geen vereiste. Als je de mousse uitstrijkt op de afgekoelde hazelnoot-bodem zal deze even lekker zijn.
Show me some love en tag me bij jouw gebak op sociale media. ♡